Verandering is geen rechte lijn, maar een golfbeweging. Het 5S Model laat zien hoe je balans behoudt in groei, jezelf, je team en je organisatie.

Het 5S Model van Integraal Welzijn

Een cyclisch kompas voor duurzame groei en transformatie

We leven in een tijd waarin verandering constant is. Organisaties zoeken naar wendbaarheid, mensen naar rust. En toch lijkt het alsof we steeds harder rennen zonder echt verder te komen. Veel ontwikkeltrajecten blijven steken in symptoombestrijding: we meten stress, voeren gesprekken, starten interventies, maar raken zelden de kern.

Het 5S Model van Integraal Welzijn ondervangt dit wel. Het biedt een wetenschappelijk en menselijk kader om groei, herstel en bewustwording te begrijpen als één samenhangend proces. Niet lineair, maar cyclisch. Het model beschrijft vijf opeenvolgende, elkaar versterkende fasen: Scannen, Spiegelen, Snappen, Sturen en Stabiliseren. Samen vormen ze de natuurlijke cyclus van bewustwording en gedragsverandering, in het individu, in teams en in organisaties.


1. Scannen – Meten is waarnemen, niet oordelen

Alles begint met observatie. In deze eerste fase draait het om het zichtbaar maken van wat er speelt: fysiek, mentaal, emotioneel en systemisch. Waar lineaire modellen vooral kijken naar output of prestatie, onderzoekt Scannen de onderliggende patronen van energie en herstel.

In de neuropsychologie wordt dit de bewustwordingsfase genoemd: het moment waarop het brein informatie verzamelt zonder direct te reageren. Scannen is dus geen controleactie, maar een vorm van waarnemend bewustzijn.

Bij Integraal Welzijn combineren we daarvoor meetinstrumenten uit verschillende domeinen, van vragenlijsten en fysiologische metingen tot de Quantum Scan, die de energetische coherentie van het lichaam inzichtelijk maakt. Dat klinkt futuristisch, maar is diepgeworteld in de systeemtheorie: alles in het lichaam communiceert via frequenties, licht en trilling.

Scannen laat zien waar onbalans zich bevindt en waarom. Het is de spiegel die laat zien wat we vaak negeren: stresspatronen, vermoeidheid, spanningen of gebrek aan verbinding.

Een goed scanmoment vraagt om rust, nieuwsgierigheid en moed. Niet om te bewijzen dat iets mis is, maar om beter te begrijpen wat aandacht vraagt.

2. Spiegelen – De ontmoeting met jezelf

In de tweede fase komt de data tot leven. Spiegelen is het moment waarop waarneming betekenis krijgt door reflectie. Waar Scannen objectieve informatie geeft, zorgt Spiegelen voor subjectief inzicht: wat zegt dit over mij?

Neurowetenschappelijk gezien is dit de fase waarin het brein een brug slaat tussen het limbisch systeem (emotie) en de prefrontale cortex (bewust denken). Door informatie te spiegelen, leren we niet alleen wat we doen, maar ook waarom.

In organisaties herkennen we deze fase als de kracht van feedback, dialoog en intervisie. In het individu manifesteert het zich als introspectie: de bereidheid om eerlijk te kijken naar eigen gedrag, overtuigingen en reactiepatronen.

Spiegelen vraagt veiligheid. In een cultuur waar fouten mogen bestaan en waar kwetsbaarheid geen zwakte is, ontstaat de ruimte om werkelijk te leren.

Binnen Integraal Welzijn gebruiken we spiegelen niet als corrigerend mechanisme, maar als verdiepende bewustwording. De scan wordt gespiegeld aan het gesprek, het gedrag aan het gevoel, het individu aan de context. Zo ontstaat inzicht in de samenhang tussen lichaam, psyche en omgeving.

Het effect: waar mensen zich gezien voelen, durven ze verantwoordelijkheid te nemen.

3. Snappen – Van inzicht naar betekenis

Na het spiegelen volgt het begrijpen. In deze derde fase wordt informatie geïntegreerd tot kennis en inzicht. Snappen betekent: de patronen achter gedrag leren zien, de oorzaken van disbalans duiden, en de rode draad herkennen die door verschillende levensdomeinen loopt.

In de cognitieve psychologie wordt dit de fase van betekenisgeving genoemd: het moment waarop losse waarnemingen samenkomen in een coherent verhaal. Het brein vormt nieuwe verbindingen, wat letterlijk meetbaar is als neuroplasticiteit.

Waar klassieke verandermodellen vaak stoppen bij inzicht ("ik weet nu wat er speelt"), nodigt het 5S Model uit tot dieper begrijpen. Niet vanuit analyse alleen, maar ook vanuit beleving.

Bijvoorbeeld: iemand die chronisch gespannen schouders heeft, kan dat fysiek oplossen met fysiotherapie. Maar wie leert snappen dat die spanning symbool staat voor "te veel dragen", ontdekt een andere ingang, die van zelfzorg en grenzen.

Op organisatieniveau geldt hetzelfde. Een hoog verzuimcijfer is geen probleem op zich, maar een symptoom van onderliggende disbalans in structuur, gezond werken, leiderschap of cultuur. Snappen is de stap waarin data transformeert tot inzicht.

4. Sturen – Van weten naar doen

Kennis zonder actie verandert niets. In de vierde fase verschuift de aandacht van bewustwording naar gedragssturing. Hier wordt duidelijk dat regie niet hetzelfde is als controle, maar als richting geven aan energie.

In neurofysiologische termen is dit de activatie van het executieve systeem: het vermogen om doelgericht te handelen, impulsen te reguleren en nieuwe gewoonten te vormen.

Sturen vraagt om drie voorwaarden:

  1. Focus – weten wat belangrijk is.

  2. Ritme – kleine, herhaalde stappen in de gewenste richting.

  3. Feedback – het bewust monitoren van voortgang en beleving.

Binnen het 5S Model is sturen geen top-down proces, maar een samenspel tussen hoofd, hart en lichaam. Het lichaam fungeert als kompas: het signaleert onmiddellijk of een keuze voedend of uitputtend is.

De wetenschap spreekt hier over embodied cognition, het inzicht dat ons denken niet losstaat van ons voelen en bewegen. Wie leert sturen vanuit lichaamsbewustzijn, ontwikkelt natuurlijke veerkracht en adaptief leiderschap.

In organisaties vertaalt dit zich naar een cultuur waarin medewerkers ruimte ervaren om te experimenteren, te leren en hun eigen energie te managen. Regie wordt gedeeld eigenaarschap.

5. Stabiliseren – Verankeren van een nieuwe balans

De laatste fase draait om integratie: het duurzaam verankeren van nieuwe patronen in gedrag, mindset en systeem. Waar Sturen beweging creëert, zorgt Stabiliseren voor borging.

In gedragswetenschap spreken we over consolidatie, het proces waarin herhaling en ervaring nieuwe zenuwbanen versterken tot een stabiel patroon.

Stabiliseren betekent niet stilstand, maar ritme. Het is de fase waarin de cyclus tijdelijk rust vindt, tot een nieuwe beweging zich aandient. In die zin is transformatie nooit af; het blijft een levend proces.

In teams zien we dit terug in psychologische veiligheid, vertrouwen en continu leren. In het individu vertaalt het zich naar innerlijke rust, vitaliteit en richting.

De kracht van het 5S Model is dat het ruimte laat voor die dynamiek. Stabiliteit is niet het ontbreken van verandering, maar het vermogen om steeds opnieuw in balans te komen.


Een cyclisch systeem – van individu naar organisatie

Wat het 5S Model uniek maakt, is dat het toepasbaar is op elk niveau van het menselijk systeem: van individuele ontwikkeling tot organisatiecultuur.

  • Individueel helpt het om bewust te worden van patronen en keuzes.

  • Teamgericht biedt het een taal voor feedback, samenwerking en leiderschap.

  • Organisatorisch maakt het duidelijk hoe cultuur, gedrag en beleid elkaar beïnvloeden.

Het model sluit aan op inzichten uit systeemtheorie, neuroplasticiteit en positieve psychologie: duurzame verandering ontstaat niet door één interventie, maar door cyclische herhaling van waarnemen, begrijpen en handelen.

Elke fase voedt de volgende:

  • Zonder Scannen geen bewustzijn.

  • Zonder Spiegelen geen inzicht.

  • Zonder Snappen geen betekenis.

  • Zonder Sturen geen verandering.

  • Zonder Stabiliseren geen duurzaamheid.

Zo vormt het 5S Model een integraal raamwerk dat zowel meetbaar als voelbaar is, een brug tussen wetenschap en menselijkheid.

Van bewustwording naar bewuste keuze

In essentie gaat het 5S Model niet over meten of trainen, maar over eigenaarschap. Over de vraag: hoe blijf ik in balans te midden van verandering?

Door cyclisch te werken, ontstaat een vorm van leren die diep verankerd raakt in het zenuwstelsel en in het gedrag. Wat begint als inzicht, wordt routine. Wat begint als interventie, wordt cultuur. Het is precies dat wat duurzame inzetbaarheid onderscheidt van kortstondige vitaliteit: niet de actie zelf, maar het bewustzijn waarmee die wordt uitgevoerd.

Wanneer organisaties leren kijken door de lens van Scannen, Spiegelen, Snappen, Sturen en Stabiliseren, verschuift welzijn van iets wat aangeboden wordt naar iets wat wordt geleefd.

De volgende stap – van inzicht naar impact

Het 5S Model vormt de kern van de werkwijze van Integraal Welzijn.
Het is een gefundeerde methode om inzicht te vertalen naar duurzame verandering in gezondheid, gedrag en bewustzijn. Door deze cyclus toe te passen binnen medewerkersprogramma’s, leiderschapsontwikkeling of gezondheidsbeleid, ontstaat een continu proces van leren en herstellen.

Of zoals een deelnemer het verwoordde:

“Het gaf mij niet alleen inzicht in waar ik stond, maar vooral rust in het weten hoe ik verder kon.”

Ontdek de kracht van cyclisch bewustzijn

Elke organisatie wil duurzame resultaten. Maar echte duurzaamheid begint bij mensen die in balans zijn, fysiek, mentaal en emotioneel. Het 5S Model helpt om die balans zichtbaar, meetbaar en voelbaar te maken. Zodat groei niet meer voelt als harder werken, maar als dieper wortelen. Ontdek hoe het 5S Model binnen jouw organisatie ingezet kan worden.
Neem contact op voor een verdiepende kennismaking.

Volgende
Volgende

‘‘Wat als vitaliteit je geen geld kóst, maar juist oplevert?’’ Hoe de WKR je helpt om duurzame inzetbaarheid écht op de kaart te zetten